Over het Berner orgel

Een uniek historisch instrument

Het Berner-orgel in de Protestantse Kerk van Ootmarsum is in 1781 gebouwd door de Osnabrückse orgelbouwer Eberhard Berner. Een deel van het pijpwerk stamt uit de vroege 16e eeuw en het orgel bevat daarmee mogelijk het oudste pijpwerk van Nederland. Anno 2025 zijn er in Europa maar twee Berner-orgels bewaard gebleven, en dit is het enige in originele staat! Het andere orgel bevindt zich in Osnabrück en wordt momenteel gerestaureerd naar het evenbeeld van het orgel in Ootmarsum. Het Berner-orgel in Ootmarsum is dus van grote cultuur-historische waarde. Een klinkend geschiedenisboek!

Een korte reis door de geschiedenis

Het Berner-orgel kent haar oorsprong in de middeleeuwse H.H. Simon en Judaskerk. De oudste berichten over een orgel in deze kerk dateren uit het begin van de 16e eeuw. In 1569 is er sprake van omvangrijke werkzaamheden door de Zwolse orgelmakers Slegel, met hergebruik van bestaand materiaal. 
In 1626 kwam Ootmarsum definitief in handen van de Staatse troepen. Vanaf toen werd het kerkgebouw gebruikt door de ‘Gereformeerden’. In 1650 werd het orgel vernieuwd door Johan Smit uit Münster. In 1665/1666 liepen de kerk en het orgel enige schade op bij de belegering en bezetting van Ootmarsum door troepen van Bernhard van Galen, bisschop van Münster. In 1667 werd het orgel vervolgens hersteld door Berndt Potthoff uit Ahaus.

De huidige structuur van het orgel kwam in 1781 tot stand, toen Eberhard Berner uit Osnabrück een instrument maakte in het middeleeuwse kerkgebouw. Daarbij gebruikte hij onderdelen van het vorige orgel. Tot 1809 maakte de Hervormde Gemeente gebruik van de H.H. Simon en Judaskerk. Na een koninklijk besluit van Lodewijk Napoleon werd de kerk echter toegewezen aan de Rooms-Katholieke gemeenschap. De Hervormden verhuisden samen met het orgel naar een nieuw kerkgebouw aan de Ganzenmarkt, waar het orgel zich nu nog steeds bevindt. De plaatsing werd uitgevoerd door Georg Heinrich Quelhorst, een voormalig leerling van Berner.

Het Berner-orgel kent een lange geschiedenis van aanpassingen en restauraties. Zo was Jacobus Armbrost in 1824 verantwoordelijk voor een dispositiewijziging in het Bovenwerk, herstelde Carl Friedrich August Naber in 1853 de balgen en windladen, werden in 1928 de originele spaanbalgen vervangen door een nieuwe magazijnbalg met elektrische ventilator en voerde Flentrop Orgelbouw een spraakmakende historiserende restauratie uit in 1970/1971.

De restauratie van het Berner-orgel

Anno 2025 staat het Berner-orgel opnieuw voor een ingrijpende restauratie. Deze zal wederom door Flentrop Orgelbouw worden uitgevoerd. De restauratie richt zich op het herstel van de klavieren, het mechaniek, het pijpenwerk, de windvoorziening en de intonatie. Ook wordt het Trompet 8’ register, waarvoor de voorbereidingen al in 1781 werden gedaan, na bijna 250 jaar voltooid. 
Bij de restauratie staat respect voor het originele instrument centraal.

Flentrop Orgelbouw werkt op basis van gedetailleerd onderzoek. Sporen zoals oude inscripties of een klein spijkergaatje onthullen hoe het orgel ooit was. Met deze kennis herstellen zij het klankidioom en de authentieke eigenschappen van het orgel. Ook de materiaalkeuze is historisch verantwoord. Pijpen worden bestudeerd op samenstelling en techniek, om ze zo nauwkeurig mogelijk te reconstrueren. Met deze aanpak blijven de restaurateurs trouw aan de oorsprong van het Berner-orgel.

Door deze restauratie blijft het enige in Nederland resterende Berner-orgel niet alleen behouden, maar wint het ook aan kracht en expressie. Een klinkend monument dat weer generaties lang zal klinken!

“Het Berner-orgel brengt mensen samen, van samenzang tot concerten. Het is niet alleen een instrument, maar een kloppend hart van onze gemeenschap.”

Belangrijke kenmerken van het Berner-orgel